Handig voor in gesprek met je puber:
1.Moeilijke situaties. Ze horen erbij!
2. Timing is cruciaal eveneens als de duur van een gesprek
3. Gepast oogcontact
4. Spreek vanuit ik en verklaar je nader
5. “Ik snap echt niet waarom je je nou zo druk maakt”
6. Maak verbinding
7. Oplossingen onderzoeken en steun de autonomie van je puber
8. Kleine stapjes, grote complimenten
1. Moeilijke situaties. Ze horen erbij!
Elke levensfase kent zo zijn uitdagingen en die horen er bij. De adolescentiefase, de puberteit, is uiteraard een ingewikkelde fase voor je puber, maar zeker ook voor jou als ouder! Je puber worsteld met de veranderingen van diens lichaam en jij worsteld met je puber die daarmee worsteld. Wellicht is het voor jou de eerste keer om iemand van zo dichtbij te zien strugglen. Die moeilijke situaties zijn niet de leukste, maar wel belangrijk om goed mee om te gaan. Probeer zoveel als mogelijk naast je puber te staan en met elkaar in verdinding te blijven. Hoe? Dat lees je zo.
2. Timing is cruciaal eveneens als de duur van een gesprek
Kies zorgvuldig het goeie moment uit voor een kort gesprekje en voer deze een aantal keer versprijd over de week/maand. Korte gesprekjes zijn vaak fijner er laagdrempeliger voor jouw als ouder en voor je puber. Probeer in elk geval te voorkomen dat je er een verhoor (heel veel vragen aan je puber) of lezing (info zenden naar je puber) van maakt, dat is voor niemand prettig. Een goed moment voor een kort gesprek is bijvoorbeeld tijdens/na het eten, tijdens een wandeling of een auto/fietsrit. Wat ook fijn kan zijn is dat je een gesprek semi aankondigd “Heb je vanavond even tijd?” “Kunnen we dan of dan samen even zitten?”. Vermijd in elk geval situaties als dat je een gesprek wilt voeren terwijl je puber midden in een game zit, de make-up aan het bijwerken is of net de deur uit wilt gaan om met vrienden af te spreken.
3. Gepast oogcontact
Zoals ook bovenstaand beschreven wil je situaites als een ‘verhoor’ of een ‘lezing’ voorkomen. Heb je toch ontzettend veel prangende vragen te stellen aan je puber? Of een prachtig pleidooi bedacht dat je puber beslist moet weten? Ga dan samen iets doen en voer dan het gesprek. Zo hoef je niet de hele tijd oogcontact met elkaar te maken, wat maakt dat het wat laagdrempeliger en veiliger aanvoelt. Dit kan je bijvoorbeeld doen tijdens het inruimen van de vaatwasser, tijdens de afwas of tijdens een wandeling met de hond. Zoek zo nu en dan even het oogcontact bewust op, zo kan je ook zien of datgeen wat je vraagt of zegt nog wel aankomt.
4. Spreek vanuit ik en verklaar je nader
Het is aan te raden constant vanuit ‘ik’ te praten. Zo houdt je alles wat je denkt, vindt en voelt bij jezelf en voorkom je dat je de ander, je puber, iets oplegt. Een voorbeeld; je puber heeft een afspraak gemaakt met een klasgenoot waarover je eerder verhalen hoorde die jouw zorgen baarde. Deze klasgenoot spijbelt wel eens en/of is brutaal in de klas tegen docenten. Mogelijk gaat bij jouw het interne alarm af en wil je niet dat jouw zoon/dochter afspreekt met die klasgenoot. Je zegt waarschijnlijk iets zoals “Jij gaat niet met die klasgenoot afspreken, dat vindt ik niet goed”. Je puber is compleet overrompelt, snapt totaal niet waar jij het over hebt en wordt boos. Zeg veel liever wat je eigenlijk bedoelt en spreek vanuit jezelf “Ik merk dat ik het lastig vindt dat jij met die klasgenoot wilt afspreken” en geef je puber ruimte om te reageren.
5. “Ik snap echt niet waarom je je nou zo druk maakt”
Je hoeft je puber echt niet altijd te begrijpen, soms kan dat gewoon niet en dat is geen probleem! Probeer wel naast je puber te gaan staan en erkenning te geven aan diens gevoelens. Neem hem/haar en diens gevoelens serieus en biedt steun. Voorbeeld; je puber is boos omdat hij/zij af is gegaan in de game en nu helemaal opnieuw moet beginnen. Jij denkt misschien, joh, het is maar een spelletje, ik zou willen dat je je eens zo druk maakte om je huiswerk! Probeer dan naast je puber te gaan staan (niet letterlijk). De gevoelens die hij/zij ervaart zijn echt. Mogelijk vindt je dit totaal overdreven en zou jij daar anders mee omgaan, maar voor je puber is het zijn/haar realiteit. Probeer in gesprek aan je puber terug te geven wat je ziet gebeuren “Ik merk dat je erg baalt, was je nog maar net opgestart in de game?” of “Goh, dat is balen, je was net lekker bezig”. Een ander voorbeeld is dat je puber zich al een half uur aan het druk maken is of ze wel of geen mascara op moet doen voor de sportles. Jij kan je niet voorstellen dat iemand zich daar zo over kan opwinden, maar voor je puber is het op dat moment haast van levensbelang. Ga dan naast je puber staan en probeer te helpen met maken van een keuze “Wat als je geen mascara op doet?” “Wat zijn de voordelen als je dit wel zou doen?”. Voorkom dat je de gevoelens van je puber bagatelliseert door bijvoorbeeld uitspraken als “Dat je je daar zo druk om maakt” of “Kom op zeg, ’t valt wel mee”. Niet bagatelliseren, wel erkennen en ruimte geven.
6. Maak verbinding
“Pap/mam, wat is het wachtwoord van de Wi-Fi?” We doelen hier niet op de internetverbinding, maar op de connectie tussen jou als ouder en je puber. Wat verbindt jullie nog meer behalve de relatie van ouder en kind? Een gesprek is altijd fijner als je echt goed kan verbinden met elkaar. Je kan een gesprek hebben over de gezamenlijke hobby/interesse of deze hobby/interesse uitvoeren terwijl je samen kletst. Bijvoorbeeld als zowel jij als je puber dol is op jullie hond, ga dan lekker samen wandelen terwijl je een gesprek voert. Als een gemeenschappelijke hobby of interesse moeilijk te vinden is, omdat jullie mogelijk erg verschillen van elkaar, zet jezelf er dan overheen en vraag naar de interesse van je puber. Stel oprechte vragen over die ene online game of de nieuwe eyeliner. Vraag of je mee mag kijken of zelfs meedoen. Denk aan het zijn van een OEN (open, eerlijk en nieuwsgierig). Doet de verbinding het even niet? Of hapert het? Geen zorgen, probeer het later nog eens, het heeft mogelijk wat meer tijd nodig.
7. Oplossingen onderzoeken en steun de autonomie van je puber
Als je puber tegen een probleem oploopt probeer dit dan samen te ontrafelen door open vragen te stellen, zodat je puber zelf een oplossing kan bedenken. Vragen als “Wat is het wat je het lastigst vindt?” of “Hoe kan je voorkomen dat het zich weer voordoet?” kunnen daarbij helpen. Zorg ervoor dat je puber zelf met een oplossing komt, want als jij dit doet is het jouw oplossing en niet die van je puber. Bovendien is het ook niet jouw probleem, maar dat van je puber. Als jij een oplossing bedenkt voor het probleem van je puber maakt dat je puber minder gemotiveerd is de oplossing uit te voeren, zelfs als dit dezelfde oplossing is die jij had bedacht. Dit heeft te maken met autonomie. Je puber is zich van jou als ouder aan het losmaken en alles wat jij doet of voorstelt is per definitie van jou en daarom niet geschikt als optie voor je puber. Daarnaast wil je ook dat je puber zelf leert diens problemen op te lossen. Op de basisschool is het wat natuurlijker dat je als ouder mogelijk meteen de leerkracht mailde, maar je kind moet hierin ook zelf leren wat hij/zij kan doen. Natuurlijk is het wel belangrijk om met de mentor in gesprek te gaan als er serieus pestgedrag plaatsvindt als jouw kind hiervan de dupe zou zijn.
8. Kleine stapjes, grote complimenten
Staat je puber voor een uitdaging? Probeer het samen op te delen in kleinere stukjes, daarmee wordt de uitdaging minder overweldigend en kan het stapje voor stapje aangepakt worden. Een voorbeeld is het geven van een presentatie op school. Vraag of je kan helpen en wat je zou kunnen doen. Probeer de handelingen van de presentatie (incl. voorbereiding) op te delen in kleine stapjes; voorbereiden door te lezen, voorbereiden door tekst uit te schrijven, tekst zelf hardop voorlezen, tekst zelf voordragen uit het hoofd (bijvoorbeeld voor de spiegel), tekst voordragen voor een vriend (of voor jou als ouder) en dan de daadwerkelijke presentatie in de klas. Het samen doen en oefenen werkt goed voor een heleboel uitdagingen. Als je puber het spannend vindt om nieuwe contacten te leggen; doe een rollenspel! Doe alsof je in de aula zit tijdens een pauze en je puber een gesprekje met je aanknoopt. Communicatie kan je zien als een soort brug; er zijn twee pijlers nodig om een brug te kunnen vormen. Beide pijlers moeten inbrengen anders stort de brug in. Oefen samen met verschillende open en gesloten vragen om een gesprekje prettig op gang te houden. En als je dan toch bezig bent met oefenen; geef eens een compliment aan je puber! Van complimenten groei je. Probeer een compliment te geven op het proces in plaats van op het resultaat. Dus niet; wat knap dat je dat hebt gedaan! Maar; wat knap dat je hebt doorgezet, ondanks dat je het zo spannend vond! Hiermee benadruk je het proces en iets minder het eindresultaat.
Bekijk je liever een filmpje voor gesprek inspiratie?
Klik dan hier